Leuk artikeltje, door Marius Bremmer, over het joodse leven in Suriname in de achttiende eeuw, en de restauratie van een synagoge. Verschenen in het Reformatorisch dagblad. Enkele passsages:
‘De synagoge werd gebouwd in 1685, dat weten we zeker. Hij kreeg een Hollands model, opgetrokken uit rode Hollandse bakstenen. De indeling leek sterk op die van de Portugees-Israëlitische synagoge van Amsterdam, die maar tien jaar ouder is. De bouwmeester is daarom haast zeker een Nederlander geweest.
In het oerwoud steekt nog aardig wat rode baksteen boven het maaiveld uit: delen van muren, de vloeren, een bordestrap en zelfs een raamkozijn met klassieke roedenverdeling. Om het hele terrein was een hek geplaatst met aan vier zijden een poort, geflankeerd door stenen zuilen. Die staan er ook nog.
Ooit was dit een fraaie synagoge met een rechtszaal en een bibliotheek: een bouwwerk van 31 meter lang en 14 meter breed. Conform richtlijnen uit de Talmoed stond het gebouw op het hoogste punt van het dorp en stak het met twee verdiepingen van in totaal 11 meter hoogte royaal boven de overige panden uit.
„Er zijn wel wat historische prenten van de synagoge en er is een beschrijving uit 1791, maar er zijn helaas nooit bouwtekeningen gevonden […]. We weten er wel veel van. Er waren een mannenzaal en een vrouwengalerij, het was een rechthoekig gebouw met aan beide breedtezijden een puntige gevel en een steil zadeldak met pannen.”
De beschrijving uit 1791 is lyrisch en maakt melding van een prachtig gewelfd plafond, van een fraai bewerkte cederhouten hechal (heilige ark) voor de Thorarollen, van edelmetalen versieringen en van „groote kaarskroonen van geel koper met verscheidenen armen en kandelaars van veelerlei soorten die veel gelds hebben gekost aan de partikulieren die er de gevers van zijn.” […] In Jodensavanne bouwde men voor de ooit wel zeventig Joodse plantages een handelsnederzetting met centrale voorzieningen, zoals een marktplaats, een smederij, een school, een synagoge met rechtszaal en bibliotheek en twee begraafplaatsen. Hoewel we weinig weten uit de beginjaren van de nederzetting staat vast dat al deze functies aanwezig waren. […] Moet je nagaan, elke sabbat roeiden slaven, soms in de stromende regen, de fraai uitgedoste bewoners vanaf de plantages naar de synagoge.”
In de eerste helft van de 18e eeuw verhuisden veel Joden naar de hoofdstad Paramaribo. Ze bleven de synagoge in Jodensavanne op hoogtijdagen bezoeken. In 1785 vierden 1600 genodigden het eeuwfeest van het bedehuis.’
bijzonder artikel