Nog één keer Ter Balkt; wegens diens originele gedichten waarin zoveel Nederlandse geschiedenis te vinden is. Daarna houden we hem voor gezien. Geen commentaar verder van Herkauwers kant.
De vrede van Nijmegen (1678)
Ronde krullen, als krassen van schaatsers,
In dat korenjaar, jaar van blijde veldgerst
Onder de tarnkap des hemels, verwoesting
Over, en de pennen schaatsen blijdschap
Op het droog perkament. Nu drijven haastig
Wolken voorbij, zijn marketentsters pakt
Het leger, dreiging zingt haar zwanenzang.
Niet langer kronkelt de galg, jammert jubel.
Maar de vrede is een slede, zij rijdt uit
bij vorst, of roest als de ar wanneer as
Het ijs veroudert. Oorlog smeult in de staat
van paraatheid. Vrede, milde sneeuw, valt
niet in hitte, op ’t goddelijk graan jaagt
de molen. Vrede groet de sterrenwacht.
Uit: Laaglandse hymnen.
Geef een reactie